Twee nieuwe afstudeerders bij Dialogic

Bij Dialogic zijn in november twee nieuwe stagaires aan de slag gegaan met hun afstudeeronderzoek. Hieronder geven Glenn van Rijn en Jaap Veldkamp een introductie over hun onderzoek.

 

Glenn van Rijn

Ter afronding van de Master ‘Business Informatics’ welke ik volg aan de Universiteit Utrecht ben ik op dit moment aan het afstuderen bij Dialogic. Hier ben ik per november 2008 begonnen. De focus van mijn afstudeeronderzoek ligt bij de mate waarin computergebaseerde kassasystemen ketendigitalisering ondersteunen. Deze POS-systemen (POS: Point of Sale) kunnen naast het afrekenen van artikelen tegenwoordig voor meerdere handelingen worden ingezet. Denk hierbij aan artikelbeheer, voorraadbeheer en automatisch bestellen bij leveranciers op basis van verkoopinformatie. Deze automatische bestelfunctionaliteit is interessant, omdat deze veel administratieve taken van de detaillist uit handen kan nemen. Zeker wanneer dit gecombineerd kan worden met elektronisch factureren en elektronische pakbonnen. Deze vormen van ketendigitalisering tussen detaillisten en leveranciers zijn hoognodig voor de zelfstandige detaillisten om te kunnen blijven concurreren met de grote (vaak internationaal opererende) winkelketens.

Met ruim 150 software bedrijven die actief zijn voor de Nederlandse markt is het voor te stellen dat de POS-systemen erg uiteenlopen qua functionaliteit. Het ene pakket heeft veel functionaliteiten op het gebied van ketendigitalisering, terwijl een ander pakket dat juist niet heeft. Mijn onderzoek richt zich op deze verschillen en wat de oorzaak is van deze verschillen. Naast mijn eigen afstudeeronderzoek ben ik betrokken bij het leveranciersonderzoek naar POS-pakketten van Dialogic in opdracht van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. Hierbij worden de POS-pakketten die geschikt zijn voor de Nederlandse detailhandel in kaart gebracht. Dit vormt de input voor een internetportaal die detaillisten kan gaan ondersteunen bij de keuze van een geschikte POS-oplossing voor hun bedrijf.

U kunt contact opnemenmet Glenn van Rijn.

 

Jaap Veldkamp
Bedrijven krijgen tegenwoordig te maken met steeds meer concurrentie (denk hierbij aan de BRIC-countries), stijgende R&D-kosten en steeds complexer wordende technologieën. Een antwoord op deze ontwikkelingen is dat organisaties steeds meer gaan samenwerken. Hierbij ontstaan netwerken van samenwerkingsrelaties tussen bedrijven, overheidsinstellingen en onderzoekscentra. Maar hoe moet een organisatie zich in het netwerk positioneren om optimaal te kunnen profiteren van de kennis uit de verschillende organisaties in het netwerk? Een zowel relevant als interessant onderwerp waar ik me als afstudeerder vanuit de opleiding Science and Innovation Management (Universiteit Utrecht) de komende maanden mee bezig ga houden binnen Dialogic.

In de wetenschappelijke literatuur is er in de laatste drie decennia veel geschreven over netwerkconfiguraties en er is dus al veel bekend over wat netwerken zijn, hoe zij opereren en hoe ze zijn gestructureerd. Ook kennisintegratie (vanuit het netwerk) is door diverse wetenschappers behandeld. De focus van deze onderzoeken komt veelal voort uit twee perspectieven. Allereerst is er veel onderzoek gedaan vanuit het perspectief van de organisatie, waarbij vragen worden beantwoord als ‘hoe ziet de ideale organisatiestructuur eruit om zo effectief mogelijk kennis op te nemen uit het netwerk?’ De tweede focus in deze onderzoeken ligt op de resultaten van de samenwerkingen, zoals co-patenting. In mijn onderzoek probeer ik te achterhalen of er een relatie bestaat tussen een netwerkstructuur (de locatie van organisaties in het netwerk) en de kennis opgenomen uit het netwerk.

Voor dit onderzoek kijk ik naar het netwerk ontstaan uit het 6e Kaderprogramma Aerospace. Hierbij zal
i) een netwerkanalyse uitgevoerd worden om de netwerkstructuur in kaart te brengen en
ii) een survey uitgezet worden om per organisatie de opgenomen kennis uit het netwerk te meten. Door deze twee resultaten aan elkaar te linken kan de relatie onderzocht worden tussen netwerkstructuur en kennisintegratie. In de zomer zullen de resultaten van het onderzoek beschikbaar zijn.

Voor meer informatie kunt u mailen naar Jaap Veldkamp