12-12-2008

Twee nieuwe afstudeer­ders bij Dialogic

Bij Dialogic zijn in november twee nieuwe stagai­res aan de slag gegaan met hun afstudeer­on­der­zoek. Hieron­der geven Glenn van Rijn en Jaap Veldkamp een introduc­tie over hun onderzoek.

 

Glenn van Rijn

Ter afronding van de Master ‘Business Informa­tics’ welke ik volg aan de Univer­si­teit Utrecht ben ik op dit moment aan het afstude­ren bij Dialogic. Hier ben ik per november 2008 begonnen. De focus van mijn afstudeer­on­der­zoek ligt bij de mate waarin computer­ge­ba­seer­de kassasys­te­men ketendi­gi­ta­li­se­ring ondersteu­nen. Deze POS-systemen (POS: Point of Sale) kunnen naast het afreke­nen van artike­len tegenwoor­dig voor meerde­re handelin­gen worden ingezet. Denk hierbij aan artikel­be­heer, voorraad­be­heer en automa­tisch bestel­len bij leveran­ciers op basis van verkoop­in­for­ma­tie. Deze automa­ti­sche bestel­func­ti­o­na­li­teit is interes­sant, omdat deze veel admini­stra­tie­ve taken van de detail­list uit handen kan nemen. Zeker wanneer dit gecombi­neerd kan worden met elektro­nisch facture­ren en elektro­ni­sche pakbon­nen. Deze vormen van ketendi­gi­ta­li­se­ring tussen detail­lis­ten en leveran­ciers zijn hoogno­dig voor de zelfstan­di­ge detail­lis­ten om te kunnen blijven concur­re­ren met de grote (vaak interna­ti­o­naal opereren­de) winkel­ke­tens.

Met ruim 150 softwa­re bedrij­ven die actief zijn voor de Nederland­se markt is het voor te stellen dat de POS-systemen erg uiteen­lo­pen qua functi­o­na­li­teit. Het ene pakket heeft veel functi­o­na­li­tei­ten op het gebied van ketendi­gi­ta­li­se­ring, terwijl een ander pakket dat juist niet heeft. Mijn onderzoek richt zich op deze verschil­len en wat de oorzaak is van deze verschil­len. Naast mijn eigen afstudeer­on­der­zoek ben ik betrok­ken bij het leveran­ciers­on­der­zoek naar POS-pakket­ten van Dialogic in opdracht van het Hoofdbe­drijf­schap Detail­han­del. Hierbij worden de POS-pakket­ten die geschikt zijn voor de Nederland­se detail­han­del in kaart gebracht. Dit vormt de input voor een internet­por­taal die detail­lis­ten kan gaan ondersteu­nen bij de keuze van een geschik­te POS-oplossing voor hun bedrijf.

U kunt contact opnemen­met Glenn van Rijn.

 

Jaap Veldkamp
Bedrij­ven krijgen tegenwoor­dig te maken met steeds meer concur­ren­tie (denk hierbij aan de BRIC-countries), stijgen­de R&D-kosten en steeds complexer worden­de techno­lo­gie­ën. Een antwoord op deze ontwik­ke­lin­gen is dat organi­sa­ties steeds meer gaan samenwer­ken. Hierbij ontstaan netwer­ken van samenwer­kings­re­la­ties tussen bedrij­ven, overheids­in­stel­lin­gen en onderzoeks­cen­tra. Maar hoe moet een organi­sa­tie zich in het netwerk positi­o­ne­ren om optimaal te kunnen profite­ren van de kennis uit de verschil­len­de organi­sa­ties in het netwerk? Een zowel relevant als interes­sant onderwerp waar ik me als afstudeer­der vanuit de opleiding Science and Innova­ti­on Manage­ment (Univer­si­teit Utrecht) de komende maanden mee bezig ga houden binnen Dialogic.

In de wetenschap­pe­lij­ke litera­tuur is er in de laatste drie decennia veel geschre­ven over netwerk­con­fi­gu­ra­ties en er is dus al veel bekend over wat netwer­ken zijn, hoe zij opereren en hoe ze zijn gestruc­tu­reerd. Ook kennis­in­te­gra­tie (vanuit het netwerk) is door diverse wetenschap­pers behandeld. De focus van deze onderzoe­ken komt veelal voort uit twee perspec­tie­ven. Allereerst is er veel onderzoek gedaan vanuit het perspec­tief van de organi­sa­tie, waarbij vragen worden beantwoord als ‘hoe ziet de ideale organi­sa­tie­struc­tuur eruit om zo effectief mogelijk kennis op te nemen uit het netwerk?’ De tweede focus in deze onderzoe­ken ligt op de resulta­ten van de samenwer­kin­gen, zoals co-patenting. In mijn onderzoek probeer ik te achter­ha­len of er een relatie bestaat tussen een netwerk­struc­tuur (de locatie van organi­sa­ties in het netwerk) en de kennis opgeno­men uit het netwerk.

Voor dit onderzoek kijk ik naar het netwerk ontstaan uit het 6e Kaderpro­gram­ma Aerospa­ce. Hierbij zal
i) een netwerkana­ly­se uitgevoerd worden om de netwerk­struc­tuur in kaart te brengen en
ii) een survey uitgezet worden om per organi­sa­tie de opgeno­men kennis uit het netwerk te meten. Door deze twee resulta­ten aan elkaar te linken kan de relatie onderzocht worden tussen netwerk­struc­tuur en kennis­in­te­gra­tie. In de zomer zullen de resulta­ten van het onderzoek beschik­baar zijn.

Voor meer informa­tie kunt u mailen naar Jaap Veldkamp