16-3-2009

Nieuwe medewer­kers bij Dialogic

2009-03-16_wouter_en_maarten

Wouter Boon
2009-03-16_wouterMet de voeten in de klei, dat is wat ik wil. Na een aantal jaren in allerlei gedaan­tes gewerkt te hebben aan de univer­si­teit, had ik de behoef­te om mee te draaien op concre­te projec­ten op het gebied van innova­tie­be­leid, innova­tiema­na­ge­ment, met een specia­le interes­se voor de rol van de gebrui­ker. Kortom, Dialogic is daar een perfec­te organi­sa­tie voor.

De gedaan­tes die ik aannam aan ‘de academie’ hadden de vorm van student-assistent, toegevoegd onderzoe­ker, promoven­dus en de laatste paar maanden docenton­der­zoe­ker, en voerden me langs drie univer­si­tei­ten in Delft, Utrecht en Amster­dam. Tijdens mijn studie Natuur­we­ten­schap & Innova­tiema­na­ge­ment aan de Univer­si­teit Utrecht, die overigens een goede voedings­bo­dem blijkt te zijn voor werkne­mers van Dialogic, kluste ik wat bij als studen­tas­sis­tent. Door de specia­li­sa­tie mobili­teit en infrastruc­tuur kwam ik bij de afdeling verkeer en vervoer van het RIVM terecht. Na mijn studie volgde ik het afdelings­hoofd naar Delft alwaar hij hoogle­raar was geworden aan de vakgroep Transport­be­leid en Logistiek. Ik was daar betrok­ken bij het geven en ontwik­ke­len van onderwijs en een aantal onderzoeks­pro­jec­ten.

Toch leidde de weg weer terug naar de UU omdat zich daar een leuk promotie­pro­ject aandien­de over de rol van de gebrui­ker bij innova­tie­pro­ces­sen in de genees­mid­de­len­we­reld. Ik wilde toch wat meer gaan doen op het gebied van innova­tie­we­ten­schap­pen en een studie naar de rol van de gebrui­ker leek mij buiten­ge­woon interes­sant. Naast het grote project heb ik ook enkele kortlo­pen­de onderzoeks­pro­jec­ten geïniti­eerd en uitgevoerd.

Dit project eindig­de in de zomer van 2008, hoewel de verdedi­ging pas in oktober van dat jaar plaats­vond. Per 1 augustus begon ik als docenton­der­zoe­ker aan het Athena Instituut dat zich met name richt op onderzoek naar innova­ties in de levens­we­ten­schap­pen. Naast onderwijs was ik daar betrok­ken bij verschil­len­de projec­ten over bijvoor­beeld patiën­ten­par­ti­ci­pa­tie en duurza­me landbouw.
Deze baan vervul ik nog steeds, maar nu nog slechts één dag in de week. De andere dagen ben ik dus in dienst bij Dialogic, alwaar ik mezelf wil ontwik­ke­len als onderzoe­ker en adviseur op het gebied van innova­tie­be­leid en –manage­ment.Voor meer informa­tie kunt u me altijd mailen.

Maarten Strijers
2009-03-16_maartenDe telecom­mu­ni­ca­tie sector is een snel bewegen­de en dynami­sche markt welke constant onderhe­vig is aan verande­rin­gen. De techno­lo­gi­sche ontwik­ke­lin­gen gaan enorm snel en dienen dus goed in de gaten gehouden te worden. Mede daarom wordt regelma­tig gekeken of de huidige telecom­mu­ni­ca­tie regelge­ving nog adequaat is. In 2007 is er door de Europe­se Commis­sie een herzie­ning van het huidige regelge­ven­de kader gelanceerd. Wanneer dit nieuwe kader geadop­teerd is op Europees niveau zullen deze moeten worden geïncor­po­reerd in nationa­le wetgeving. De verwach­ting was dat het nieuwe regelge­ven­de kader in 2010 geïmple­men­teerd zou zijn, echter is al bekend gemaakt dat dit vertra­ging gaat oplopen door een impasse tussen de Raad van Telecom-Ministers, het Europe­se Parlement en de Europe­se Commis­sie.

Het nieuwe regelge­ven­de kader, beter bekend als het ‘New Regula­to­ry Framework’ (NRF), zal gevolgen hebben voor de telecom-industrie. Het NRF richt zich erop om:

  • De competi­tie te bevorde­ren in telecom-markten waar dat momenteel nog niet voldoen­de is;
  • De markt beter moeten regule­ren door bijvoor­beeld alleen in te grijpen als dit ook verant­woord is;
  • Het verster­ken van de ‘interne’ (Europe­se) markt door middel van een Europe­se regelge­vend orgaan te creëren;
  • Verbeter­de bescher­ming van consumen­ten op het gebied van privacy data bescher­ming en univer­se­le (Europe­se) diensten.

Mijn opdracht als afstudeer­der, van de Master Techno­lo­gy and Policy aan de Techni­sche Univer­si­teit Eindho­ven, is het analyse­ren van de verande­rin­gen die het nieuwe Europe­se regelge­vend raamwerk teweeg gaat brengen en de consequen­ties daarvan voor de Nederland­se telecom-industrie. Om dit te onderzoe­ken zal eerst een analyse gemaakt worden van de economi­sche princi­pes die ten grondslag liggen aan het mededin­gings­recht. Vervol­gens zal onderzocht worden hoe de telecom-wetgeving zich heeft ontwik­keld tot het nieuwe regelge­ven­de raamwerk. De analyse richt zich erop in hoever­re het regelge­ven­de raamwerk in lijn is met het economi­sche gedach­te­goed. Hieruit zullen de belang­rijk­ste achter­lig­gen­de princi­pes voor Nederland gedestil­leerd worden, met de focus op ‘Digital Dividend’ en ‘Broadband Access’. Het laatste deel betreft een analyse van de verwach­te implica­ties die deze achter­lig­gen­de princi­pes zullen hebben op de Nederland­se telecom-industrie. Dit zal geveri­fi­eerd worden door middel van een kwanti­ta­tief onderzoek onder de actoren die te maken zullen krijgen met de implemen­ta­tie van het NRF.

Het onderzoek brengt in kaart wat de verwach­te ontwik­ke­lin­gen zijn voor de Nederland­se telecom-markt de komende jaren, bovendien geeft het een kritische kijk op het raamwerk en zijn implemen­ta­tie. Voor vragen kunt u contact opnemen via de mail.