Presentatie Stand van het Nederlands Digitaal Erfgoed 2021

In Cultuur in een open samenleving (2018) presenteerde de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap haar cultuurbeleid. Erfgoed is volgens haar van belang om als maatschappij in gesprek te blijven over het verleden, heden en toekomst, en dat zowel op lokaal niveau (dorp of stad) als nationaal niveau (Nederland in Europa). Het uitgangspunt hierbij is dat cultuur en dus ook erfgoed van en voor iedereen is en daarom ook voor iedereen toegankelijk moet zijn. Het is van belang dat erfgoed het brede publiek in al haar diversiteit bereikt (voor iedereen). Tegelijkertijd is het van belang dat dit brede publiek erfgoed kan gebruiken voor culturele en creatieve uitingen (van iedereen). In 2019 begon binnen deze context de Intensivering Digitaal Erfgoed, waarvoor € 12,4 miljoen aan extra middelen door het ministerie beschikbaar werden gesteld.

Om het effect van de Intensivering te bepalen is in 2019 een 0-meting uitgevoerd. In het najaar van 2021 heeft Dialogic samen met Pleiade Management & Consultancy de 1-meting uitgevoerd en de stand van de beschikbaarheid, toegankelijkheid, vindbaarheid en het gebruik van digitaal erfgoed in kaart gebracht. We hebben hiervoor online enquêtes uitgezet onder erfgoedorganisaties (604 reacties) en het algemeen publiek (1.518 reacties). Daarnaast hebben we interviews afgenomen binnen de erfgoedsector en gebruikers uit het onderwijs, wetenschap en de creatieve industrie (26 personen).

Op vrijdag 21 januari 2022 is het rapport gepresenteerd op het nieuwjaarsevent van het Netwerk Digitaal Erfgoed. Het rapport is hier te vinden.

We concluderen dat er veel digitaal erfgoed beschikbaar is en dat de digitaliseringsgraad (het percentage van collecties dat digitaal beschikbaar is) op nationaal niveau toeneemt. Van de erfgoedorganisaties die hebben gereageerd op de online enquête geeft 30% aan dat meer dan de helft van hun collecties digitaal beschikbaar is. 3% geeft zelfs aan dat hun collecties volledig digitaal beschikbaar zijn. Meer dan de helft (57%) geeft aan dat een kwart of minder van hun collectie digitaal beschikbaar is gemaakt en 14% biedt hun collectie nog helemaal niet digitaal aan. De digitaliseringsgraad hangt daarbij in sterke mate samen met organisatiegrootte.

 

We zien ook veel gebruik van het digitaal erfgoed. De beleidsdoelstelling om 90% van alle Nederlanders digitaal te bereiken met erfgoed wordt behaald voor Nederlanders die geïnteresseerd zijn in erfgoed (90%) en ligt net boven het huidige bereik onder alle Nederlanders (87%). Het is lastig te bepalen of de beleidsdoelstelling van 30% participatief gebruik wordt behaald, doordat niet helemaal duidelijk is wat wordt verstaan onder actief en/of participatief gebruik. Op basis van de enquête onder het algemeen publiek lijkt de doelstelling nog niet behaald te worden (12%), hoewel het onder jongvolwassenen dichtbij komt (26%). Bovendien ervaart een flinke meerderheid (71%) van het publiek dat digitaal erfgoed gebruikt een effect hiervan, wat lijkt te duiden op meer dan enkel passief gebruik.

Ten slotte concluderen we dat het van belang is om aandacht te besteden aan belemmeringen voor digitalisering en hoe OCW ook na afloop van de Intensivering hieraan tegemoet kan komen. Concrete aandachtspunten voor het beleid hierbij zijn:

  1. (Structurele) financiering van digitaliseringsinspanningen.
  2. Aansluiting van kleinere erfgoedorganisaties.
  3. Coördinatie tussen (kleinere) erfgoedorganisaties en marktpartijen (indien hieraan behoefte ontstaat).
  4. Duurzame opslag en ontsluiting van born-digital erfgoed.
  5. Balans tussen meer kwantitatieve ontsluiting van erfgoed als data en kwalitatieve ontsluiting voor (met name) het algemeen publiek.
  6. Scherper definiëren van actief en/of participatief gebruik en aandacht voor effecten van inspanningen op beschikbaarheid, toegankelijkheid en vindbaarheid die niet direct leiden tot een kwantitatieve toename van (participatief) gebruik.

Meer weten? Vraag het Max Kemman of download hier het rapport.

 

Afbeelding: L.H. Hofland, collectie Het Utrechts Archief