12-9-2022

Gebruik interna­ti­o­na­le DNA-databan­ken door geadop­teer­den n.a.v. interlan­de­lij­ke adopties

In 2021 stelde de Commis­sie Onderzoek Interlan­de­lij­ke Adoptie (Commis­sie Joustra) vast dat er, onder toezicht van de Nederland­se overheid, grove misstan­den plaats hadden gevonden bij interlan­de­lij­ke adopties in de vorige eeuw. Geadop­teer­den die op zoek wilden gaan naar hun biologi­sche familie troffen fouten in hun adoptie­dos­siers aan of bleken helemaal geen adoptie­dos­sier te hebben. Zonder informa­tie over komaf is het niet mogelijk (of verschrik­ke­lijk ingewik­keld) om op zoek te gaan naar familie of vragen over de identi­teit te beantwoor­den.

Na aanlei­ding van het rapport van de Commis­sie Joustra werden interlan­de­lij­ke adopties opgeschort (alhoewel ze nu wel weer mogelijk zijn) en werd er een Experti­se­cen­trum Interlan­de­lij­ke Adoptie opgericht. Dit Experti­se­cen­trum zou geadop­teer­den moeten begelei­den in hun zoektocht naar familie­le­den en psycho­so­ci­a­le en juridi­sche hulp moeten gaan aanbie­den. Echter, zonder papieren geen zoektocht toch?

Sinds een aantal jaar zijn commer­ci­ë­le DNA-databan­ken aan het groeien, in zowel aantal als grootte. Indivi­du­en kunnen hun DNA opsturen (door te spugen in een buisje of door het wangslijm met een watten­staaf­je te swipen) naar deze bedrij­ven. Deze bedrij­ven kunnen hun dan vertel­len waar hun voorou­ders oorspron­ke­lijk vandaan komen en of ze van korian­der houden (tenmin­ste, ze beweren dat ze dat kunnen). Daarnaast hebben deze DNA-databan­ken ook aan Relati­ve finder. Hier wordt het DNA vergele­ken met alle (vaak miljoe­nen) andere DNA-profie­len in de databa­se om een match te vinden: een familie­lid.

Het Wetenschap­pe­lijk Onderzoeks- en Documen­ta­tie­cen­trum (WODC; onderdeel van het Ministe­rie van Justitie en Veilig­heid) vroeg aan Dialogic om uit te zoeken of het Experti­se­cen­trum geadop­teer­den aan zou moeten raden gebruik te maken van deze commer­ci­ë­le DNA-databan­ken. Daarnaast moest er ook een afwegings­ka­der ontwik­keld worden die de keuze voor een specifie­ke DNA-databank zou begelei­den. Het volledi­ge rapport inclusief afwegings­ka­der in respons is hier te vinden.

Wij vonden dat er op technisch vlak weinig bezwaren zijn voor het gebruik van commer­ci­ë­le DNA-databan­ken. De testen zelf zijn betrouw­baar en hebben een lage false positi­ve en false negati­ve rate. Echter, statis­tisch gezien is de kans op een match met een familie­lid (die dichtbij genoeg staat om een zoektocht te starten) extreem klein – zelfs in de grootste databank. Databan­ken zitten over het algemeen vol met Wester­se DNA-profie­len en niet met DNA-profie­len uit de landen waar geadop­teer­den vandaan komen. Die profie­len zijn nou net nodig om te kunnen starten met een zoektocht. Bij het kiezen voor het wel of niet gebrui­ken van DNA-databan­ken zijn daarnaast ook juridi­sche overwe­gin­gen van belang. Wat gebeurt er met jouw (uiterst persoon­lij­ke) data en wie heeft er toegang toe? De databan­ken die hier onderzocht zijn voldeden echter allemaal aan de minima­le eisen voor een verant­woor­de­lij­ke en veilige manier van omgang met DNA-materi­aal. Ten derde is het vinden van een familie­lid vaak een emotio­neel proces voor geadop­teer­den. De mate waarin de DNA-databan­ken psycho­so­ci­a­le ondersteu­ning bieden verschilt onderling sterk. Dit sociale aspect kan in ons afwegings­ka­der ook meegeno­men worden in de keuze voor het gebruik willen maken van een DNA-databank.

Voor verdere vragen over dit onderzoek kan er contact opgeno­men worden met de project­lei­der Robbin te Velde (tevelde@dialogic.nl). Ook spreekt Robbin op 26 septem­ber 2022 bij het Kennis­ca­fé van het Ministe­rie van Justitie en Veilig­heid over dit onderzoek.

Minister Weerwind heeft het rapport op 28 septem­ber 2022 aangebo­den aan de Tweede Kamer.