3-6-2021

Inventa­ri­sa­tie Ruimte­on­der­zoek in Nederland

In opdracht van het Ministe­rie van OCW heeft Dialogic het ruimte­on­der­zoek (“onderzoek in of vanuit de ruimte”) in Nederland in beeld gebracht.

Voor de inventa­ri­sa­tie is informa­tie over 56 onderzoeks­groe­pen bijeen­ge­bracht die in meer of mindere mate actief zijn in het ruimte­on­der­zoek. Ook is een uitgebrei­de biblio­me­tri­sche analyse en een serie interviews uitgevoerd. Enkele van de de sleutel­be­vin­din­gen zijn de volgen­de:

  1. Nederland kent ruim 50 onderzoeks­groe­pen op het gebied van ruimte­on­der­zoek. Dat duidt erop dat ruimte­on­der­zoek in het wetenschap­pe­lij­ke onderzoek breed is ingebed. Er zijn veertien onderzoeks­groe­pen met meer dan 20 FTE die zich bezighou­den met ruimte­on­der­zoek. In totaal gaat het bij deze 14 onderzoeks­groe­pen om circa 850 FTE. Opgeteld gaat het om circa 1000 FTE bij de 39 onderzoeks­groe­pen die hebben bijgedra­gen aan de evalua­tie. Elf hiervan zijn aan te merken als gespeci­a­li­seer­de onderzoeks­groe­pen/​institu­ten die zich exclusief of in belang­rij­ke mate toeleg­gen op ruimte­on­der­zoek en waarvan 50% of meer van de onderzoe­kers werkzaam is als ruimte­on­der­zoe­ker.
  2. Het ruimte­on­der­zoek neemt toe in omvang en is steeds breder verankerd binnen het kennis­land­schap. Naast de 11 kernspe­lers bestaat een grote groep van ruim 40 groepen/​institu­ten waar wordt bijgedra­gen aan de beschik­baar­heid van ruimte­vaart­tech­no­lo­gie en ruimte­vaart­toe­pas­sin­gen of die toeleve­ran­cier zijn van ruimte­on­der­zoek of een afhanke­lijk­heid kennen van ruimte­on­der­zoek.
  3. Nederlands ruimte­on­der­zoek kent in interna­ti­o­naal vergelijk een grote wetenschap­pe­lij­ke impact. In vergelij­king tot de output van de 20 grootste landen heeft Nederland in de afgelo­pen jaren (2014-2019) relatief zeer veel gepubli­ceerd in Astrono­mie/​Astrofy­si­ca (1e plek), Aardob­ser­va­tie (3e plek) en Microge­wicht (6e plek). Aardob­ser­va­tie is uitgegroeid tot een tweede, brede Nederland­se wetenschap­pe­lij­ke sterkte binnen het ruimte­on­der­zoek naast Astrono­mie/​Astrofy­si­ca.  Gemiddeld genomen heeft het Nederland­se ruimte­on­der­zoek (ruime afbake­ning) een grote citatie-impact (~5e plaats wereld­wijd) ten opzich­te van de output (~15e plaats wereld­wijd). In de grote thema’s Astrono­mie/​Astrofy­si­ca en Aardob­ser­va­tie is de citatie-impact het grootst.
  4. De ‘hittekaar­ten’ die op basis van de biblio­me­tri­sche analyse per thema zijn opgesteld, geven een goed beeld in welke mate het onderzoek op het betref­fen­de thema geconcen­treerd is bij enkele spelers of juist breder gespreid is. De mate van spreiding verschilt niet alleen binnen de acht thema’s, maar ook binnen de indivi­du­e­le thema’s op het niveau van subthe­ma’s (of zogenaam­de topic clusters). De hittekaar­ten zouden een nuttig hulpmid­del kunnen zijn om te bezien waar onderzoeks­sa­men­wer­king – voor zover nog niet aanwezig – verder versterkt zou kunnen worden.
De studie is van belang met het oog op besluit­vor­ming over het stimule­ren van ruimte­on­der­zoek (nationaal, Europees), eventu­e­le priori­te­ring binnen het ruimte­on­der­zoek en ook als eerste stap ter voorbe­rei­ding van de ministe­ri­ë­le conferen­tie van de European Space Agency (ESA) in 2022.

Dit onderzoek is op 2 juni aangebo­den aan de Tweede Kamer (zie Kamerbrief). De resulta­ten van de studie zijn samenge­vat in een infograp­hic.