OECD service innovation policy

Voor (en met) OECD heeft Dialogic in kort tijdsbestek (drie weken) op een rij gezet wat de rationale voor diensteninnovatiebeleid kan zijn; hoe diverse OECD landen omgaan met stimulering van diensteninnovatie en de instrumenten die zij daarvoor inzetten. Het rapport levert toe aan het zogenaamde KNOW-INNO project dat OECD en Europese Commissie samen uitvoeren op het gebied van diensteninnovatie indicatoren en diensteninnovatiebeleid.

Overheden (nationaal, regionaal en supranationaal) worstelen al enige tijd met de vraag of - en zo ja op welke wijze - zij diensteninnovatie kunnen stimuleren. In dit rapport zijn eerst kort de belangrijkste (mogelijke) argumenten voor een diensteninnovatiebeleid op een rij gezet. Daarbij maken we onderscheid tussen macro-economische argumentatie, marktfalen argumentatie en systeemfalen argumentatie.

We concluderen dat marktfalen argumentatie evenzeer van toepassing is op diensteninnovatie (als op productinnovatie), dat het verstandig is een bredere kijk te hanteren en te bezien in hoeverre innovatiesystemen al dan niet diensteninnovatie bevorderen danwel belemmeren. We constateren daarbij dat er veel meer beleidsmogelijkheden zijn om diensteninnovatie te bevorderen - ook buiten het reguliere R&D en innovatiebeleid - dan veelal wordt gedacht.

Vervolgens zetten we de belangrijkste beleidstrategieën van diverse OECD landen op een rij als het gaat om bevorderen van diensteninnovatie. We zien onder andere dat de beleidsaandacht toeneemt, dat verdienstelijking van de maakindustrie toeneemt (en beleidsmakers verder dwingt na te denken over stimuleren van diensteninnovatie) en dat diensteninnovatie steeds meer wordt geassocieerd met grote maatschappelijke opgaven op terreinen als duurzaamheid, gezondheid en mobiliteit. Ook de overheid in de rol van dienstverlener en in de rol als inkoper kan een actieve rol spelen bij het stimuleren van diensteninnovatie. Echter, niet elke beleidsstrategie resulteert in concrete instrumenten of beleidsinitiatieven op het gebied van diensteninnovatie én niet alle landen die juist actief zijn bij het stimuleren van diensteninnovatie kennen een expliciete beleidsstrategie.

In een volgend hoofdstuk gaan we in op allerhande voorbeelden van instrumenten die in verschillende OECD landen worden gebruikt om diensteninnovatie te stimuleren. We introduceren een viertal aanvliegroutes voor diensteninnovatiebeleid alsook een typologie van beleidsinstrumenten. In totaal wordt een dertigtal instrumenten kort geïntroduceerd en gecategoriseerd. Zo wordt ondermeer gekeken naar innovatieprogrammas, naar service centres, service labs en large scale experiments/demonstrators, voucher programmas, tax credits (zoals de WBSO in Nederland), instrumenten op het gebied van beleid rondom overheidsaankopen en tenslotte een grote categorie van niet-innovatiebeleid die op een meer indirecte wijze diensteninnovatie kunnen stimuleren.

We constateren dat nieuwere instrumenten vaker op een meer indirecte wijze diensteninnovatie stimuleren, dat er duidelijk aanbod en vraaggerichte instrumenten te onderscheiden zijn en dat de gebruikte beleidsmix in een land niet noodzakelijkerwijs in lijn is met een eventuele diensteninnovatiestrategie.

Tenslotte wordt een pleidooi gehouden voor een ontwikkeling naar evidence-based service innovation policies en wat hiervoor nodig is in termen van beleidsmonitoring en -evaluatie. De resultaten worden in December in OECD verband gepresenteerd en bediscussieerd en zullen bijdragen aan een OECD publicatie op het gebied van diensteninnovatie.

  • Publicatienummer
    2012.049-1228
  • Publicatiedatum
    12 oktober 2012
  •  
  • Projectnummer
    2012.049
  • Opdrachtgever(s)
    OECD (OESO)
meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met Pim den Hertog
Partner