Om regionale vensterprogrammering te realiseren zijn aanpassingen nodig bij de (landelijke en regionale) omroepen en bij de distributeurs van de televisiezenders. In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) onderzocht Dialogic de kosten voor het realiseren van regionale vensterprogrammering. Daarbij valideerden we de begrotingen die door de verschillende partijen zijn aangeleverd.
In het onderzoek wordt geconcludeerd dat de begrotingen realistisch en voldoende onderbouwd zijn. Daarbij wordt opgemerkt dat wijzigingen in de (technische) specificaties voor vensterprogrammering (zoals het meenemen van replay-TV-diensten, pauzeren en gesproken ondertiteling) de kosten fors kunnen verhogen. Ook de beoogde dekkingsgraad (het aantal kijkers dat het juiste venster te zien krijgen gegeven de regio waar zij zich bevinden) heeft grote invloed: de laatste kijkers zijn relatief zeer kostbaar, en een ‘perfecte’ dekking is technisch niet realiseerbaar. Een aantal andere factoren, zoals de financiering in relatie tot staatssteunwetgeving, vormt eveneens een uitdaging. We analyseerden tot slot verschillende alternatieve implementatievormen, zoals varianten inclusief deze functies en het (uitsluitend) realiseren van een vaste zenderpositie voor de relevante regionale omroep.
Inmiddels heeft minister Slob bij Kamerbrief aangegeven dat de kosten voor het realiseren van de regionale vensterprogrammering in zijn ogen niet opwegen tegen de baten. Per 1 januari start NPO Regio, en recent is de samenwerking tussen de NOS en de regionale omroepen geïntensiveerd. In deze ontwikkelingen ziet de minister een vruchtbaardere invulling van het gestelde doel. Er wordt daarom afgezien van implementatie van regionale vensters.