26-1-2022

Stand van het Nederlands Digitaal Erfgoed 2021

In Cultuur in een open samenle­ving (2018) presen­teer­de de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap haar cultuur­be­leid. Erfgoed is volgens haar van belang om als maatschap­pij in gesprek te blijven over het verleden, heden en toekomst, en dat zowel op lokaal niveau (dorp of stad) als nationaal niveau (Nederland in Europa). Het uitgangs­punt hierbij is dat cultuur en dus ook erfgoed van en voor iedereen is en daarom ook voor iedereen toegan­ke­lijk moet zijn. Het is van belang dat erfgoed het brede publiek in al haar diversi­teit bereikt (voor iedereen). Tegelij­ker­tijd is het van belang dat dit brede publiek erfgoed kan gebrui­ken voor culture­le en creatie­ve uitingen (van iedereen). In 2019 begon binnen deze context de Intensi­ve­ring Digitaal Erfgoed, waarvoor € 12,4 miljoen aan extra middelen door het ministe­rie beschik­baar werden gesteld.

Om het effect van de Intensi­ve­ring te bepalen is in 2019 een 0-meting uitgevoerd. In het najaar van 2021 heeft Dialogic samen met Pleiade Manage­ment & Consul­tan­cy de 1-meting uitgevoerd en de stand van de beschik­baar­heid, toegan­ke­lijk­heid, vindbaar­heid en het gebruik van digitaal erfgoed in kaart gebracht. We hebben hiervoor online enquêtes uitgezet onder erfgoed­or­ga­ni­sa­ties (604 reacties) en het algemeen publiek (1.518 reacties). Daarnaast hebben we interviews afgeno­men binnen de erfgoed­sec­tor en gebrui­kers uit het onderwijs, wetenschap en de creatie­ve industrie (26 personen).

Op vrijdag 21 januari 2022 is het rapport gepresen­teerd op het nieuwjaar­seve­nt van het Netwerk Digitaal Erfgoed. Het rapport is hier te vinden.

We conclu­de­ren dat er veel digitaal erfgoed beschik­baar is en dat de digita­li­se­rings­graad (het percen­ta­ge van collec­ties dat digitaal beschik­baar is) op nationaal niveau toeneemt. Van de erfgoed­or­ga­ni­sa­ties die hebben gereageerd op de online enquête geeft 30% aan dat meer dan de helft van hun collec­ties digitaal beschik­baar is. 3% geeft zelfs aan dat hun collec­ties volledig digitaal beschik­baar zijn. Meer dan de helft (57%) geeft aan dat een kwart of minder van hun collec­tie digitaal beschik­baar is gemaakt en 14% biedt hun collec­tie nog helemaal niet digitaal aan. De digita­li­se­rings­graad hangt daarbij in sterke mate samen met organi­sa­tie­groot­te.

We zien ook veel gebruik van het digitaal erfgoed. De beleids­doel­stel­ling om 90% van alle Nederlan­ders digitaal te bereiken met erfgoed wordt behaald voor Nederlan­ders die geïnte­res­seerd zijn in erfgoed (90%) en ligt net boven het huidige bereik onder alle Nederlan­ders (87%). Het is lastig te bepalen of de beleids­doel­stel­ling van 30% partici­pa­tief gebruik wordt behaald, doordat niet helemaal duidelijk is wat wordt verstaan onder actief en/​of partici­pa­tief gebruik. Op basis van de enquête onder het algemeen publiek lijkt de doelstel­ling nog niet behaald te worden (12%), hoewel het onder jongvol­was­se­nen dichtbij komt (26%). Bovendien ervaart een flinke meerder­heid (71%) van het publiek dat digitaal erfgoed gebruikt een effect hiervan, wat lijkt te duiden op meer dan enkel passief gebruik.

Ten slotte conclu­de­ren we dat het van belang is om aandacht te besteden aan belemme­rin­gen voor digita­li­se­ring en hoe OCW ook na afloop van de Intensi­ve­ring hieraan tegemoet kan komen. Concre­te aandachts­pun­ten voor het beleid hierbij zijn:

  1. (Structu­re­le) financie­ring van digita­li­se­rings­in­span­nin­gen.
  2. Aanslui­ting van kleine­re erfgoed­or­ga­ni­sa­ties.
  3. Coördi­na­tie tussen (kleine­re) erfgoed­or­ga­ni­sa­ties en marktpar­tij­en (indien hieraan behoef­te ontstaat).
  4. Duurza­me opslag en ontslui­ting van born-digital erfgoed.
  5. Balans tussen meer kwanti­ta­tie­ve ontslui­ting van erfgoed als data en kwalita­tie­ve ontslui­ting voor (met name) het algemeen publiek.
  6. Scherper defini­ë­ren van actief en/​of partici­pa­tief gebruik en aandacht voor effecten van inspan­nin­gen op beschik­baar­heid, toegan­ke­lijk­heid en vindbaar­heid die niet direct leiden tot een kwanti­ta­tie­ve toename van (partici­pa­tief) gebruik.
 

Afbeel­ding: L.H. Hofland, collec­tie Het Utrechts Archief